Pepernoten net zo belangrijk als rekenen en taal
HAARLEM - Basisonderwijs moet meer zijn dan taal en rekenen, waarschuwt de Onderwijsraad. Meesters, juffen en Den Haag hebben teveel de neiging gekregen om onderwijs toets- en meetbaar te maken. Maar de samenleving heeft niet alleen mensen nodig die snel rekenen, correct spellen en meetbare prestaties leveren. Het moet anders, vindt de Onderwijsraad - alleen ’een visie ontbreekt’. Niet overal is de visie uit het onderwijs verdwenen. De vrijescholen koesteren hun identiteit en hun visie op kinderen, zegt Francien Kleemans van de stichting Ithaka.
Het geurt heerlijk in het lokaal van juf Machteld, naar foelie en nootmuskaat, kardemom en kruidnagel. Met haar kleuters heeft zij ’s ochtends pepernoten gebakken - en opgegeten uiteraard.
Daar leren de leerlingen van de Vrijeschool Kleverpark in Haarlem veel van, legt onderwijskwaliteitmedewerker Francien Kleemans (54) van stichting de Ithaka uit. De vier- en vijfjarigen leren wat de bakker doet en dat pepernoten niet uit de supermarkt komen. Ze leren al een beetje rekenen en werken met maten en gewichten. Ze leren over het sinterklaasfeest. En nee, aan het eind van de kleuterperiode kennen zij niet twintig letters van het alfabet, zoals de kleutertoets van Cito eist. Dat hoeft ook helemaal niet, vindt Kleemans. Sterker nog: ,,Kleuters moeten spelen en hun fantasie gebruiken. Kleuters moeten kleuter zijn.’’
Omslag
Voor de pepernotengeur in het kleuterklaslokaal is hard gewerkt en niet alleen door juf Machteld en haar kleuters. Een decennium geleden kwam er een omslag in het basisonderwijs. Het ministerie van onderwijs en de onderwijsinspectie legden de nadruk op het ontwikkelen van de cognitieve, verstandelijke vaardigheden van leerlingen. Rekenen en taal werden belangrijker dan pepernoten. De onderwijsinspectie legde in haar inspectieverslagen ook meer de nadruk op de behaalde resultaten.
De vrijescholen hadden moeite met de weg die de inspectie insloeg. Van oudsher is ontwikkeling van het denken één van hun onderwijsdoelen. Behalve het denken vinden de vrijescholen ook de ontwikkeling van het voelen en het willen belangrijk. ,,Voor ieders talent is een plek in de maatschappij en het gaat erom dat tevoorschijn te toveren.’’ Maar de Onderwijsinspectie wilde dat de opbrengsten in orde waren en gaf steeds meer vrijescholen het predicaat zwak.
De veranderde blik van de Onderwijsinspectie leidde tot een crisis. ,,We moesten opener worden’’, zegt Kleemans. ,,Dus oké: wel de kerndoelen en de tussen- en eindopbrengsten in orde, maar met behoud van onze kernwaarden.’’ Daar hebben de vrijescholen had aan gewerkt. De meeste van de tachtig scholen in Nederland, tot dan toe veelal eenpitters met directeuren en ouderbesturen, gingen de afgelopen acht jaar op in vier grote scholenstichtingen en enkele kleinere. De stichting Ithaka, waar Kleemans voor werkt, verenigt tien scholen in Bergen, Alkmaar, Oudorp, Hoorn, Purmerend, Zaandam, Haarlem, Hoofddorp en Hillegom. De kleine stichting Vrijescholen Rijnstreek heeft drie scholen onder haar hoede in Leiden, Alphen aan den Rijn en Zoetermeer.
Vrijheid
De vrijheid om een eigen visie en identiteit te behouden vonden de scholen in het feit dat de onderwijsinspectie alleen resultaten toetst. Ze kijkt niet naar de manier waarop de leerkrachten die resultaten behalen. Dus kan de vrijeschool leerlingen leren rekenen door brood te bakken, stof te weven en hout te bewerken.
En toetsen?
,,We doen alleen de verplichte’’, zegt Kleemans. ,,De kleutertoets, die niet verplicht is gesteld, doen we niet. Ook de Cito-eindtoets nemen we over het algemeen niet af.’’ Wel werken de vrijescholen met het drempelonderzoek van het Cito in de zesde klas en meten de scholen de intelligentie van de leerlingen. ,,Deze toetsen geven, tezamen met het oordeel van de leerkracht, voldoende inzicht in wat een leerling kan.’’
De nieuwe strategie werkt zijn vruchten af. De laatste jaren gaat het goed met de vrijescholen. Ze staan niet langer bekend als zwak. Hoewel het aantal kinderen in de basisschoolleeftijd met 1,5 procent afnam, groeide het aantal leerlingen in het basisonderwijs met ruim 3 procent. Kleemans denkt dat ouders voor de vrijescholen kiezen ,,omdat zij weg willen uit die eenzijdige cognitieve ontwikkeling van de maatschappij.’’
Onderwijs voor hoofd, hart en handen
Onderwijs, staat te lezen in het boekje ’Wat maakt de vrijeschool uniek?’, gaat verder dan alleen goed leren lezen of rekenen. Onderwijs moet er in de antroposofische traditie voor zorgen dat kinderen in zichzelf hun talenten ontdekken en ontwikkelen. Dat betekent dat het ’hoofd, het hart en de hand’ in alle aspecten van het onderwijs naar voren moeten komen, zegt onderwijskwaliteitmedewerker Francien Kleemans van stichting Ithaka. ,,We werken óók aan dingen die kinderen moeilijk vinden, maar we stimuleren vooral de talenten.’’ Taal en rekenen maken deel uit van een ’breed palet aan vakken’. ,,Die moeten ertoe leiden dat een leerling de vrijeschool verlaat als een zelfstandig, creatief, breed ontwikkeld en gezond mens, gewapend met probleemoplossend vermogen en respect voor de ander.’’
WILFRED SIMONS