Waarom samen slapen met je baby juist veilig is
Slaap jij alleen?
Slaap jij met je partner samen? En waarom dan precies? Dan kom je algauw op redenen als ‘gezellig’, ‘voor de warmte’, ‘prettig’ en ‘een geborgen gevoel’. Op de vraag of je eventueel alleen zou kunnen slapen, zul je instemmend knikken, al vind je het wel minder fijn. In tegenstelling tot baby’s, zo leert lactatiekundige Marianne Vanderveen-Kolkena in haar lezingen, weten wij gelukkig dat onze partner niet helemaal weg is als we alleen slapen. Wij weten dat onze partner er bij het ontwaken gewoon weer is. Baby’s kunnen zich daar nog geen voorstelling van maken. Is mama er nog wel? Komt ze nog terug? En wanneer dan precies? Baby’s hebben daarom heel veel behoefte aan nabijheid en aan de veiligheid die dat met zich meebrengt. Naast andere dingen biedt samen slapen die veiligheid.
Samen slapen en de juiste terminologie
Er zijn verschillende termen waar het gaat om samen slapen die vaak door elkaar worden gebruikt. Marianne zet ze voor de duidelijkheid voor ons op een rij. Co-sleeping (in het Nederlands ‘samen slapen’) is de vorm waarbij ouders en kind op zintuiglijke afstand van elkaar slapen. Bij rooming-in ligt de baby in een eigen bed bij de ouders op de kamer. Bij bed sharing (of bedding-in) ligt je kindje bij jou in bed. Een cosleeper is een soort tussenvorm: de baby heeft een eigen slaapoppervlak, maar ligt toch direct naast (meestal) mama. Van cobedding, ten slotte, spreekt men wanneer twee kinderen van dezelfde leeftijd in één bed slapen; dit gebeurt meestal bij tweelingen.
lees meer op: