Spelen is van levensbelang
Laat je brein niet vastroesten. Een jeugd zonder spel leidt tot rigide volwassenen, of zelfs tot terminale serieusheid. Terwijl de oplossing zo simpel is: mens, durf te spelen!
Spelen lijkt zo’n verspilling van tijd en energie, maar uit verschillende onderzoeken blijkt het belang van spelen voor mens en dier. Bij de meeste mensen zal de speeldrift nooit doven en dat is maar goed ook, want spelen is in deze tijd belangrijker dan ooit, denkt filosoof Jos de Mul, hoogleraar aan de Erasmus Universiteit
en een van de redacteuren van het zojuist verschenen boek Playful Identities (Amsterdam University Press). De Mul onderstreept dat de speelsheid van de Homo ludens (de ‘spelende mens’, zoals de cultuurhistoricus Johan Huizinga onze soort ooit bestempelde) van levensbelang is. ‘Spel helpt ons om de vaardigheden en inzichten te ontwikkelen die we nodig hebben om the game of life succesvol te spelen.’
Flexibiliteit
Maar de regels van het spel des levens zijn de laatste decennia wel gewijzigd. Vroeger was een stabiel leven een teken van psychische gezondheid. Je had je hele volwassen leven één en dezelfde partner, je werkte vijftig jaar voor dezelfde baas en je bleef voor altijd wonen in de stad of het dorp waar je geboren was. Het leven was overzichtelijk en voorspelbaar. Tegenwoordig is flexibiliteit de norm. We wisselen regelmatig van baan, woonplaats en partner.
Zelfs geslacht en seksualiteit zijn niet langer vastomlijnd. Als je wilt kun je zelfs van man vrouw worden en andersom. Wie langer dan vijf jaar dezelfde baan heeft, wordt aangemoedigd om eens op zoek te gaan naar een nieuwe uitdaging voordat je vastgeroest raakt in je huidige werk. De samenleving verwacht van ons dat we constant in beweging zijn en dat we ons snel kunnen aanpassen aan wisselende omstandigheden. Jos de Mul: ‘Flexibiliteit is nu de norm. En om onze geest flexibel te houden, moeten we spelen. Spel is een veilige omgeving om allerlei gedragingen, die je later in je leven nodig kunt hebben, uit te proberen. Denk bijvoorbeeld aan computerspellen waarin je je in een virtuele wereld begeeft. Dat zijn speeltuinen om gedragingen en rollen uit te proberen. Niet spelen leidt tot rigide gedrag.’
Spelen is dus nodig om het brein voor te bereiden op het maken van de juiste keuzes in een onvoorspelbare omgeving. Vanderschuren noemt spel om die reden dan ook ‘voedsel voor de hersenen’.
Terminale Serieusheid
De Amerikaanse psycholoog Paul McGhee vindt spelen om een andere reden belangrijk.
Hij gelooft dat veel mensen lijden aan een ziekte die hij Terminale Serieusheid heeft genoemd: ze zijn zo serieus dat ze op geen enkele manier plezier ervaren in hun leven. ‘Break free of this Terminal Seriousness by being playful,’ schrijft hij voor als medicijn. ‘Zelfs in moeilijke situaties kan speelsheid je helpen om stress te verlagen en daardoor kun je beter omgaan met de tegenslagen in het leven.’ In zijn boek Humor As Survival Training for a Stressed-Out World geeft hij het advies om speelsheid als een vaardigheid te zien. Leer jezelf om controle te krijgen over je eigen speelsheid en het in te zetten wanneer je het nodig hebt.
Speelsheid is ook een belangrijk persoonlijkheidskenmerk, kunt u de Zwitserse psycholoog René Proyer woensdag 28 januari in De Kennis van Nu horen vertellen. Hij vindt het jammer dat speelsheid zo’n negatieve bijklank heeft. Uit onderzoek blijkt dat speelse mensen in het voordeel zijn: ze kunnen beter omgaan met stress, hebben meer academisch succes en worden ook nog eens aantrekkelijker gevonden. Speelsheid uit zich bij volwassenen anders dan bij kinderen. Ze spelen niet meer met lego, maar halen een grapje uit bij een collega, verzinnen een koosnaampje voor onze geliefde of praten met een aangedikt accent.
Zijn mensen nu speelser dan vroeger? Proyer: ‘Dat betwijfel ik. Vroeger ervoeren mensen waarschijnlijk meer druk om in de pas te lopen en niet op te vallen. Ze konden minder uiting geven aan hun speelsheid. Tegenwoordig durven mensen meer openlijk toe te geven aan hun speelse kant.’