Effecten kinderopvang op het jonge kind
Het is slecht gesteld met de kinderopvang in Nederland. Er is te weinig aandacht voor het kind, wat de ontwikkeling voor het brein sterk kan beïnvloeden. In plaats van het kind staan ouders, bedrijven en politiek op de eerste plaats. Hoe is het zover gekomen?
Enkele jaren geleden werd ik, Marilse Eerkens (1967), gegrepen door de nieuwste inzichten over de ontwikkeling van het brein van baby’s en peuters. Ik kwam erachter dat kinderen tussen de nul en twee jaar de belangrijkstehersenontwikkeling van hun leven doormaken. Je wordt geboren met dertig procent van je hersencapaciteit en in de eerste twee levensjaren komt daar maar liefst vijftig procent van de capaciteit bij. Die ontwikkeling is grotendeels afhankelijk van de emotionele aandacht die je als kind op dat moment krijgt. Met andere woorden: de ontwikkeling van een kind is voor een groot deel bepaald door het wezenlijke contact tussen kind en verzorger.
700.000 De cijfers van de Rijksoverheid onlinekinderen vele uren van hun jonge leven slijten: de kinderopvang. Hoe is het daar eigenlijk gesteld met de aandacht voor het kind? Anderhalf jaar later kwam ik tot de treurigstemmende conclusie dat Nederlandse crèches, zeker voor baby’s, allerminst de kwaliteit bieden die nodig is voor een gezonde ontwikkeling van het kinderbrein. De pedagogische kwaliteiten van de crècheleid(st)ers bleken vaak niet voldoende, de groepen die zij onder hun hoede hadden waren vaak veel te groot en er bleek maar weinig echte aandacht voor het kind te zijn.
Dat is des te zorgelijker, omdat het beperkte ouderschapsverlof in Nederland het voor ouders lastig maakt om zelf voor hun jonge kinderen te zorgen. Hierdoor nemen we onnodige risico’s met kinderen: ze lopen de kans stressgevoeliger, agressiever, angstiger en ongeconcentreerder te worden. Alles wat er in de cruciale eerste jaren niet wordt aangelegd in het brein, zet het kind voor de rest van het leven op een achterstand.