lastig gedrag
Hoe ga je om met lastig gedrag?
Als je kinderen om je heen hebt, heb je onvermijdelijk te maken met allerlei akkefietjes. Vroeger was straffen ons enige antwoord, tegenwoordig lossen we dit op door de kinderen erop aan te spreken. Niet bestraffen, maar inspelen op de behoeften, het benoemen van emoties en de kinderen zoveel mogelijk zelf hun problemen op laten lossen. Maar om het straffen echt los te kunnen laten, geloof ik er sterk in dat we de kracht van de groep meer in kunnen zetten.
Investeer in momenten van saamhorigheid
Ik neem als voorbeeld de kinderopvang, maar dit geldt natuurlijk voor elke groep, zoals een gezin, een sportclub of een schoolklas.
Bouw voortdurend aan het gevoel van gemeenschap. Simpelweg door te investeren in momenten van verbinding en harmonie. Dat doe je al door samen te eten, te zingen, te dansen en te spelen. Gesprek, spel, werk en viering, dat zijn de activiteiten die ons met elkaar verbinden.
Benoem ook altijd de namen van de kinderen die er op een dag niet zijn.
Laat kinderen voor elkaar zorgen: zoals de oudsten die de jongere kinderen helpen hun jasje aan te doen, hun boterham te smeren of naar de wc te gaan. Zorg voor elkaar bevordert de onderlinge band en is van onschatbare waarde voor de vermindering van conflicten en lastig gedrag. Elkaar werkelijk bij naam en eigenaardigheden kennen ook.
Aanspreken op gedrag heeft veel meer kans van slagen als we investeren in onderlinge verbinding. Een praktisch voorbeeld: Voetballende kinderen zorgen in de avonduren voor overlast in mijn straat. Kleine kinderen die al slapen worden er wakker van. Een buurtgenoot raakt geïrriteerd en spreekt de kinderen vermanend toe: grote monden en disrespect over en weer. ‘De jeugd van tegenwoordig luistert niet eens meer’, hoor ik de buurgenoot schreeuwen. Ik ben er van overtuigd dat deze kinderen zich minder lastig gaan gedragen als ze meer contact met deze buurtgenoot hebben, of de kinderen kennen die liggen te slapen.
Natuurlijk komt lastig gedrag ook dan nog steeds voor. Ik wil iedereen uitdagen om juist dan het principe van onderlinge verbondenheid in te zetten. Een vertederende actie die ik laatst zag was van een meisje van drieënhalf. Ze had niets te maken had met het conflict tussen twee ruziënde peuters, maar gaf spontaan een kusje aan één van hen. Het conflict loste zich vervolgens vanzelf op.
Laatst was ik op een BSO. Tijdens een slaande ruzie tussen twee kinderen, stond een jongen angstig en beteuterd toe te kijken. Ik volgde mijn intuïtie en vroeg of hij de anderen wilde helpen. Hij keek opgelucht, maar wist niet hoe. Samen hebben we een glaasje water gehaald en aan een van de kinderen, dat huilde van schrik en pijn, gegeven. De ruzie tussen de kinderen was snel vergeten, omdat het ijs gebroken werd door het liefdevolle gebaar van het glaasje water.
Juist de conflictmomenten zijn wat mij betreft de momenten waarop we onze blik kunnen verruimen. Juist op deze momenten kun je gebruik maken van de hulpvaardigheid van anderen en zo aan verbinding werken. Zo groeit de onderlinge band en ontstaat er begrip en saamhorigheid.
bron: © 2016 Sanne Bosmans voor Opgroeien in verbondenheid.